De leerkracht doet er toe

Wat je als leerkracht kan doen:

  • Zorg voor een veilig klasklimaat, méér uitleg en meer oefenkansen
  • Vertrek vanuit succeservaringen
  • Laat steeds hulpmiddelen toe
  • Heb oog voor preventie

De school doet er toe.
De leerkracht doet er toe.
Een goede school maakt voor kinderen met leerproblemen écht het verschil.


Zorg voor een veilig klasklimaat, méér uitleg en meer oefenkansen


Zorg voor een veilig klasklimaat waar elk kind zichzelf mag zijn. Waar onderling niet wordt vergeleken en waar verschillen net als waardevol worden beschouwd. Benadruk dat elk kind uniek is én op een eigen tempo leert.
Dat betekent niet dat je er als leerkracht mag vanuit gaan, dat het kind met leerstoornissen ooit vanzelf een ‘klik’ zal maken, zonder verdere begeleiding. Kinderen met leerstoornissen hebben juist veel extra uitleg nodig en moeten meer oefenkansen krijgen. Zij hebben vooral nood aan verduidelijking in de vorm van expliciete, directe instructie. Leerlingen met leerstoornissen hebben dus sowieso méér hulp nodig, dan wat je aanbiedt aan kinderen zonder leerstoornissen.


Vertrek vanuit succeservaringen


Observeer vaak het kind tijdens oefeningen. In plaats van te focussen op wat niet lukt, kunnen we ook kijken naar wat het wél kan en hoe dat komt. Vertrek vanuit die succeservaringen om samen met het kind te werken aan de aspecten die moeilijker gaan. Mogelijk kent het kind eigen trucjes om het leren te vergemakkelijken. Maak daarvan gebruik!
Betrek ook het kind voldoende in zijn eigen leerproces. Laat hem inzien welke hulpmiddelen kunnen helpen en hoe ze te gebruiken. We willen kinderen bewust maken van hun leercapaciteiten en hen taal- en rekenbewust maken. Ze moeten veel explicieter de taal- en rekenregels herkennen en gebruiken in vergelijking met leeftijdgenoten, die vaak op een onbewuste manier omgaan met taal en rekenen. Maar er zijn zo veel regels én uitzonderingen om te onthouden! Laat hen dus hulpkaarten en hulpfiches gebruiken waar die regels en uitzonderingen duidelijk beschreven staan. Enkel zo maken we onze kinderen zelfredzamer en competenter in taal en rekenen. Bovendien stimuleren we op die manier stimuleren ook hun executieve functies en leren ze zichzelf veel beter inschatten.


Laat steeds hulpmiddelen toe


Laat het kind hulpmiddelen gebruiken, zowel tijdens oefeningen in de klas als tijdens toetsen en examens. In de eindtermen en leerplandoelen staat nergens geschreven dat een kind die doelen moet halen zonder gebruik te maken van hulpmiddelen. Een kind moet leren schrijven zonder fouten, maar als hij nood heeft aan een computer om hem hierbij te helpen, dan is dat zo!

Als iemand wil gaan hardlopen, marathonlopen of zelfs fietsen, dan veronderstellen we automatisch dat die persoon over twee benen moet beschikken. Want lopen en fietsen zonder benen, dat gaat toch niet? Gelukkig bestaan er oplossingen waardoor deze beperkingen geen hinder meer vormen. Is dat oneerlijk naar de andere kinderen of personen toe? Moeten we ons onrechtvaardig behandeld voelen omdat anderen gebruik mogen maken van hulpmiddelen en wij niet? Uiteraard niet. We moeten kijken naar het doel van al die eindtermen en leerplandoelstellingen. Wat willen we bereiken? We willen kinderen en jongeren opleiden die ten volle kunnen participeren aan de maatschappij, die zich gewaardeerd voelen en die hun sterktes kunnen uitspelen. Later, als onze kinderen met leerstoornissen afstuderen en een job uitoefenen, zullen ze zonder problemen een computer en een rekenmachine mogen gebruiken. Geen enkele werkgever die nu nog vraagt aan zijn werknemers om enkel met pen en papier te werken.
 
Het is erg belangrijk dat we in het onderwijs afstappen van verouderde opvattingen en we meer out of the box gaan denken. Bovendien beschikken we vandaag over technologische hulpmiddelen die geschreven notities automatisch omzetten naar digitale teksten. De kinderen van vandaag zullen ons zeker verbazen met hun vaardigheid om zulke nieuwe technologie te integreren in hun alledaagse leven en leren.


Heb oog voor preventie


Heb oog voor preventie en luister naar de ouders van jonge kinderen. Hun aanvoelen van mogelijke risico’s bij hun peuter of kleuter is vaak terecht. Het is wetenschappelijk bewezen kinderen met een hoog risico op dyslexie of dyscalculie gebaat zijn met vroegtijdige training.