‘Zorg op maat’ in het gewoon onderwijs
Ondanks alle zorg en hulp door de school en de ouders is het voor sommige leerlingen onmogelijk om te voldoen aan de eisen van het gewone leerplan. Scholen moeten er immers over waken dat kinderen de eindtermen trachten te behalen die de overheid oplegt.
Wat is een IAC?
Als het CLB na grondig onderzoek en overleg met ouders en school van mening is dat het volgen van het volledige leerplan niet mogelijk is, dan kan het een IAC of Individueel Aangepast Curriculum voorstellen. Het kind krijgt dan niet meer dezelfde leerstof als de andere kinderen in de klas. Een IAC is een leerprogramma op maat van een leerling met een verslag voor toegang tot buitengewoon onderwijs. De leerling is niet ingeschreven in het buitengewoon onderwijs, maar in het gewoon onderwijs. Het aangepaste leerprogramma bevat leerdoelen op maat van de leerling.
Scholen gaan hiervoor niet over één nacht ijs. Vooraleer een school het kind opgeeft voor een IAC of zelfs doorverwijst naar het Buitengewoon Onderwijs, moet ze aantonen dat ze alles in het werk geeft gesteld om de leerling te helpen en tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften.
In een IAC kiest de klassenraad in samenspraak met de ouders de individuele leerdoelen op maat van het kind. Die worden zo gekozen dat het kind zich optimaal kan ontplooien en zo volwaardig mogelijk kan participeren in de klas. De school wordt als het ware ‘op maat’ van de leerling gemaakt.
Leerlingen die een IAC volgen komen niet in aanmerking voor een getuigschrift basisonderwijs. Zullen in het secundair onderwijs steeds moeten starten in de B-stroom van het Secundair Onderwijs of in het Buitengewoon Secundair Onderwijs.
Waarom een IAC meestal niet nodig is voor een kind met leerstoornissen
Kinderen met leerstoornissen (al dan niet in combinatie met aandachtsproblemen) beschikken meestal over een normale begaafdheid en hebben vaak geen problemen om de wereld rondom hen te begrijpen. Een leerstoornis is meestal een specifiek probleem met lezen, spellen en/of rekenen. Door veel oefenen zal een kind (lichtjes) beter worden in deze vakken, maar een leerstoornis is blijvend. Daarom is het belangrijk om tijdig de problemen met lezen, spellen en/of rekenen te compenseren met hulpmiddelen. Op die manier kan het kind volop blijven meedoen in de klas.
Sprankel is van mening dat kinderen met leerstoornissen meestal in staat zijn om het gemeenschappelijk curriculum te volgen wanneer ze genoeg ondersteund worden, gerichte hulp krijgen op school en er passende redelijke aanpassingen gedaan worden.
Hulpmiddelen zoals het gebruik van de computer, een rekenmachine, en/of hulpfiches … zullen nodig zijn. Maar vooral wat leerkrachten doen, zal van belang zijn. In de meeste gevallen is er echt geen reden om over te stappen naar een Individueel Aangepast Curriculum.
Het is enorm belangrijk dat de ouders regelmatig in gesprek te gaan met de leerkracht en de school, en dat ze controleren of er nog genoeg gewerkt wordt aan de leerdoelen uit het gemeenschappelijk curriculum.
Anderzijds kan het voor kinderen met ernstige problemen of meerdere leer- en/of ontwikkelingsstoornissen of een beperking toch aangewezen zijn een ‘traject op maat’ te volgen in het buitengewoon onderwijs. Men zal hier niet over één nacht ijs gaan. Meestal is deze beslissing het gevolg van een zorgtraject op school waar ouders, leerkracht en CLB samen beslissen dat het kind de beste leerkansen krijgt in het buitengewoon onderwijs.
Moeten leerlingen alles in de werkboeken rekenen en taal kennen en kunnen? Mogen scholen weigeren de leerling zijn hulpmiddelen te laten gebruiken bij toetsen? Kunnen kinderen een getuigschrift krijgen wanneer ze de eindtermen bereiken MET hulpmiddelen? Moeten kinderen ALLE eindtermen bereiken? Wil je hier meer over weten? Lees dan dit artikel van Tien Vanesser en Annemie Desoete.
→ Eindtermen en getuigschriften (Tien Vanesser & Annemie Desoete)