Er is een verschil tussen leerproblemen en leerstoornissen.
Leerproblemen
Leerproblemen is de algemene term voor de problemen die kinderen hebben bij het leren van de schoolse vaardigheden lezen, spellen en rekenen.
Leerproblemen kunnen licht of ernstig zijn en tijdelijk of blijvend. Soms is de oorzaak duidelijk, in andere gevallen is het even zoeken. Leerproblemen kunnen te wijten zijn aan omgevingsfactoren of aan een onderliggende medische stoornis.
Enkele voorbeelden
- het (vaak) moeten veranderen van school, wat voor een kind erg ingrijpend kan zijn.
- een ziekte, waardoor het kind zich minder goed in zijn vel voelt in de klas.
- het geruime tijd afwezig blijven van school door hospitalisatie, ziekte of een andere reden.
- een slechter gehoor of een afwijking aan het zicht dat nog niet eerder werd vastgesteld.
- een achterstand in de ontwikkeling bij de start van de schoolloopbaan.
- veelvuldig wisselende leerkrachten op korte tijd.
- een beperkte taalvaardigheid voor de schooltaal, bijvoorbeeld wegens anderstaligheid.
- onvoldoende gestimuleerd worden tijdens de schoolloopbaan.
- een onderliggend probleem zoals ADHD, ADD, DCD, ontwikkelingsdysfasie …
- een kind dat randbegaafd is, maar geen verstandelijke beperking heeft, ondervindt vaak problemen bij het leren.
We spreken dus van een leerprobleem als de leermoeilijkheid duidelijk het gevolg is van omgevingsfactoren of een ander probleem bij het kind.
Een vertraging of achterstand bij het leren kan bij een normaal begaafd kind meestal weggewerkt worden. Zodra een ziekte of onderliggende stoornis is vastgesteld, kunnen ook de leermoeilijkheden systematisch aangepakt worden. Ouders kunnen op elk moment advies vragen aan de school en aan het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB).
Leerstoornissen
We spreken van leerstoornissen als normaal begaafde kinderen ernstige en hardnekkige problemen ondervinden bij lezen, spellen of rekenen zónder dat er sprake is van een onderliggende medische stoornis of van beïnvloedende omgevingsfactoren. Hun vermogen om die schoolse vaardigheden vlot te leren lijkt aangetast. Meestal treden de problemen vrij onverwachts op. Er zijn geen zintuiglijke beperkingen, geen sociaal-emotionele problemen, geen gebrekkig onderwijs of andere factoren die de moeilijkheden kunnen verklaren.
We onderscheiden twee leerstoornissen: dyslexie en dyscalculie. Die komen heel vaak samen voor met andere ontwikkelingsstoornissen zoals AD(H)D (aandacht- en concentratiestoornissen), DCD (motorische coördinatiestoornissen), ASS (autismespectrumstoornissen) en ontwikkelingsdysfasie. Dat maakt de problemen vaak een pak complexer en lastiger voor zowel het kind als zijn omgeving.